Zwembadinstructeurs veroordeeld voor onoplettendheid bij verdrinking Adonay

LEMMER – Tegen een 54-jarige man uit Emmeloord en een 61-jarige vrouw uit Koudum zijn werkstraffen gevorderd van respectievelijk 120 en 60 uur voor het feit dat ze niet genoeg hebben gedaan om te voorkomen dat de 9-jarige Eritrese Adonay Berhe kon verdrinken. Hen werd ten laste gelegd dat ze aanmerkelijk onvoorzichtig zijn geweest, aldus Omrop Fryslân.

Adonay verstond geen Nederlands
De jongen verdronk op 6 februari 2020 in zwembad Ny Sudersé in Lemmer. Hij was nog maar net in Nederland en verstond geen Nederlands. Hij was daar met een groep kinderen van de school De Cocon uit Balk, een school voor asielzoekers en statushouders. In het zwembad moest de groep leren om aan het water te wennen. Dat liep echter fataal af. Volgens de rechtbank is de jongen volledig aan de aandacht van de instructeurs ontsnapt en wist hij te weinig over de gevaren van het bad. Hij werd na de les op de bodem gevonden van het ondiepe deel van het bad, maar niemand weet ook hoe lang hij daar heeft gelegen. De instructeurs hadden geen afspraken gemaakt over hoe de les er uit moest gaan zien. Verder werd er niet geteld hoeveel kinderen er waren en wisten ze niet wie er enige ervaring had met je in het water begeven. Dit werd ook niet bij de school nagevraagd.

Jongen al heel snel uit het oog verloren
De man, tevens de exploitant van het zwembad had daarnaast niet gekeken of zijn uitleg wel door de jongen was begrepen. Hij had wel uitgelegd dat het in het diepe bad gevaarlijk is, maar omdat Adonay geen Nederlands sprak is onduidelijk of hij dat ook echt begreep. Een klasgenootje had het dan wel vertaald, maar daar had de man geen genoegen mee mogen nemen. De rechtbank oordeelde dat de jongen, die nog maar net met zijn moeder herenigd was, al heel snel uit het oog was verloren. Daarom werd de beide instructeurs een werkstraf opgelegd. De man moest 120 uur uitvoeren, de vrouw 60 uur. Er waren hogere straffen geëist door het Openbaar Ministerie (240 en 180 uur) maar de rechtbank vond dat de instructeurs niet “zeer onvoorzichtig” waren geweest, maar “aanmerkelijk onvoorzichtig.”