LEMMER – Als je mensen die tijdelijk huren en nog niet lang op de wachtlijst staan voor een andere huurwoning voorrang geeft door hen heel snel een huis te geven, benadeel je een ander die al jaren op zo’n lijst staat. Met die woorden legt Roelof Wielenga uit hoe groot de spagaat is waarin de woningcorporatie zit in de huidige woningnoodmarkt. Hij doet dat naar aanleiding van de NCPN die vindt dat de sloop van woningen in de Zuiderzeestraat voorlopig niet door moet gaan, voordat alle tijdelijke huurders een onderkomen hebben gekregen. Ook reageert hij op een brief die Fonger Ringnalda instuurde.
Wanbeleid
In de brief omschrijft Fonger Ringnalda de woningnood en de tijdelijke verhuur en sloop en nieuwbouw in de Zuiderzeestraat als wanbeleid. Volgens hem heeft Dynhus (toen nog Lyaemer Wonen) tijdens het woningtekort heel veel energie gestopt in het project sloop en nieuwbouw Zuiderzeestraat en omgeving. Dit project was ook in nauwe samenwerking met de gemeente, stelt hij. “Hoe bedenk je dit? Maar nog verontrustende en beschamender vind ik het hoe ze het voor elkaar gekregen hebben om alle betrokken partijen mee te krijgen om met een jarenlang gigantisch woningtekort aan dit project te beginnen. Terwijl het enige doel had horen te zijn het bouwen van een complete nieuwbouwwijk om in dit woningtekort te voorzien.”
Voor de winter op straat
Fonger vindt wel dat het een prachtig project is geworden overigens. Maar hij vindt dat sloop en herbouw van Fase 2 niet tot doel heeft om het woningtekort op te lossen. “Er komen minder woningen voor terug.” Zijn conclusie is dan ook dat deze fase moet worden gestaakt. “Het gaat hier niet om onbewoonbaar verklaarde woningen. Want in dat geval zou Dynhus zich ernstig schuldig hebben gemaakt aan malafide praktijken door op slinkse wijze via een omweg onbewoonbare woningen te hebben verhuurd met veel te hoge huurpenningen.” Fonger vindt het bovendien te gek voor woorden dat het vogels wel is gelukt om de sloop van fase 1 tegen te houden, maar fase 2 door menselijk leed niet gestopt kan worden. Volgens Fonger komen mensen namelijk voor de komende winter op straat te staan. “Dynhus schuift haar verantwoording heel gemakkelijk af door te zeggen dat de mensen wisten dat ze een tijdelijk contract hadden. Bij gebrek aan beter konden deze mensen niet anders.” Fonger vindt vooral dat door de situatie duidelijk is geworden dat er een schrijnend woningtekort is en dat de woningbouwcorporatie daar iets aan moet doen. “Er zijn meer woonblokken in deze omgeving die de leeftijd hebben. Deze zijn in particulier bezit en zullen nooit worden gesloopt. Dus waar hebben we het over.”
Rol gemeente
Fonger vindt dan ook dat Dynhus fouten heeft gemaakt en wil dat de corporatie tijdelijk stopt met dit project. “Medemenselijkheid tonen dat is alles wat er word gevraagd.” Volgens hem ligt er ook een grote rol bij de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders heeft hij zijn schrijven dan ook al toegestuurd. “Wanneer fase twee doorgaat zijn de mensen niet alleen dakloos, het zal financiële consequenties voor hun hebben. Het zal mij niet verbazen dat mensen toeslagen moeten terugbetalen en hun uitkering verliezen. We gaan ze dus eerst dakloos in de financiële problemen brengen en daarna stellen we van gemeenschapsgeld een ambtenaar aan om weer financiële orde op zaken te brengen. Ik zou zeggen voorkomen is beter dan genezen,”zo wijst hij het college van burgemeester en wethouders terecht. Fonger vindt dat alle partijen nu hun verantwoordelijkheid moeten nemen en fase 2 niet door moeten laten gaan.
Reactie Dynhus
Roelof Wielenga van Dynhus zegt in reactie op Ringanalda’s betoog dat hij de emoties rondom het moeten verlaten van een tijdelijk huurhuis heel goed begrijpt. En dat er inderdaad hoge woningnood is, die heel lastig is voor mensen die een huis zoeken. En dat dit ook in Lemmer geldt. Toch liggen veel van de feiten die Ringnalda benoemt wel wat anders stelt hij. Zo worden er in totaal meer woningen gebouwd, dan er worden afgebroken in alle 4 fasen van het plan. “Maar in deze fase zijn het dan wel wat minder, dat klopt. In fase 3 slopen we echter 21 huizen en bouwen er 30 voor terug. In totaal komen er meer woningen terug, dan er gesloopt worden. Maar dat duurt inderdaad 3 tot 4 jaar, dus daar hebben mensen nu nog niets aan.” Daarbij komt stelt hij dat niet iedereen die in de straat woont ook geen andere opties heeft. “Er zijn ook mensen, we noemen ze wel eens woonnomaden die op deze basis van woning naar woning verhuizen.”
Sloop stoppen kan niet: oude en nieuwe bewoners kunnen daar niet jaren op wachten
Het plan bevindt zich nu in fase 2 en dat betekent dat alle bewoners die bij Dynhus huurden elders een woning moesten hebben gevonden. “In alle fasen zijn de bewoners die altijd in de huizen woonden geraadpleegd en in meerderheid waren deze mensen voor de plannen. Voor hen is een sociaal plan opgesteld waarbij onder andere verhuiskosten zijn inbegrepen. Ook hebben de vaste bewoners voorrang bij toewijzing van een woning omdat zij hun huis uit moesten voor 1 oktober. En het is gelukt om al die mensen onder te brengen. Sommige mensen willen weer terug naar een nieuwbouwhuis in dit plan, anderen zijn verhuisd naar een woning in een ander deel van de gemeente en zijn daar blij mee.”
Proberen de menselijke maat te hanteren
Maar in het hele plan is ook tijdelijke verhuur van de panden opgenomen. “Die is overgedragen aan Carex. Zij verhuren de woningen omdat je anders bij leegstand heel snel verpaupering krijgt en de leefbaarheid in zo’n buurt vaak enorm verslechtert. Mensen die op basis van de leegstandswet huren, krijgen een tijdelijke huurcontract. Ze weten ook dat zo’n contract op een bepaalde datum afloopt. Dat is ook een keuze die ze maken.” Desalniettemin snapt Wielenga wel dat er ook mensen zijn die tijdelijk huren omdat hun situatie daar opeens aanleiding toe heeft gegeven. En dat dit ingewikkeld is en mensen soms niet weten hoe ze dat op moeten lossen. “Maar deze groep heeft nu eenmaal niet dezelfde huurbescherming als huurders die op de reguliere voorwaarden huren.” Wel probeert Dynhus zoveel mogelijk de menselijke maat te hanteren. “Bij echt schrijnende gevallen proberen we echt wel of er een oplossing voor is. Maar ook wij kunnen geen ijzer met handen breken. De woningnood is er nu eenmaal en de wachttijd is behoorlijk opgelopen. Als we alle bewoners die op basis van de leegstandwet voorrang geven bij het geven van een huis, hoe zit het dan met mensen die ook al jaren op die wachtlijst staan?” Volgens Wielenga zou het bevoordelen van die eerste groep niet eerlijk zijn ten opzichte van de laatste.
Schrijf je in als je 18 bent
Het plan uitstellen zoals NCPN en ook Ringnalda dat heeft aangegeven is niet mogelijk zegt Wielenga. “De mensen die terug willen naar hun oude buurt, kunnen we daar ook niet op laten wachten. Want het gaat niet alleen om die tijdelijke huurders, de vaste huurders van Dynhus die hebben aangegeven terug te willen keren, zijn natuurlijk ook afhankelijk van de nieuwbouw.” Dat geldt ook voor mensen die niet uit de straat komen, maar er wel willen gaan wonen. Bovendien maken ook mensen die tijdelijk gehuurd hebben kans op een woning in zo’n nieuwbouwproject. Als ze tenminste staan ingeschreven en dat op tijd hebben gedaan. “Wij adviseren echt iedereen om zodra je 18 bent, je in te schrijven. Dan ben je met een paar jaar echt aan de beurt.”
Verplichting om huizen te bouwen die CO2 neutraal zijn
Een volgend punt waar Wielenga op wil wijzen is dat woningbouwcorporaties te maken hebben met steeds scherpere regels. En dat ze daarom buurten slopen en er energieneutrale woningen voor in de plaats zetten. Die regels hebben ze niet zelf bedacht, maar die komen van de overheid. “In die prestatieafspraken staat dat we ons woningbezit drastisch moeten verduurzamen en vernieuwen. Een deel van onze huizen moet Co2 neutraal worden en dat betekent onherroepelijk dat we moeten nieuwbouwen. De bestaande huizen voldoen daar namelijk niet aan.” Dat (tijdelijke) huurders vaak niet weten hoe ingewikkeld de hele materie is, snapt hij overigens heel goed. “Als je zelf in een moeilijke situatie zit, zul je daar ook minder begrip voor hebben. Daarbij komt dat wij altijd onder een vergrootglas liggen.”
