Politievrijwilliger Johan Mulder na 37 jaar uitgezwaaid

Politievrijwilliger Johan Mulder na 37 jaar uitgezwaaid

LEMMER –  Johan Mulder is 37 jaar als politievrijwilliger werkzaam geweest. Vrijdag een week geleden werd hij voor dat feit feestelijk onthaald door een erehaag bij het bureau in Lemmer. Totaal onverwacht werd hij van huis gehaald met een politiewagen en twee motoragenten. Nog wat beduusd stapte hij bij het bureau uit, waar hem een daverend applaus wachtte van tientallen collega’s.

Maar wat drijft iemand om in zijn vrije tijd – naast een gewone fulltime baan – nachtdiensten te draaien, boeven te pakken, in gevaarlijke en moeilijke situaties te belanden, reanimaties en ongelukken mee te maken? Want dat is wat een politievrijwilliger doet namelijk: het werk wat een beroepscollege ook doet. Hij of zij doet dit alleen niet fulltime, maar maximaal 600 uur per jaar. En het werk is onbetaald. Althans er wordt een kleine vergoeding gegeven, maar die staat in geen verhouding tot wat een beroepsmedewerker verdient.

In de genen
Johan denkt dat politiewerk in je genen zit opgeslagen. “In psychologische tests heb ik wel gemerkt dat mensen toch een bepaalde richting uitdenken. Bij mij geldt dat ik het belangrijk vindt om de maatschappij op een bepaalde manier in goede banen te leiden. Dat ik het nodig vind dat wetten en regels worden nageleefd. En ik heb recht hoog in het vaandel. Daarom vond ik het werk bijzonder zinvol en belangrijk om te doen.” Daar komt volgens Johan bij dat het ook een gedegen en karaktervolle club van mensen is die bij de politie werkt en hij daar veel referentie mee heeft.

Waarom hij van dit vrijwilligerswerk – dat niet anders is dan dat van de beroepsmensen – dan niet zijn beroep heeft gemaakt? Omdat hij de combinatie van beide ook heel mooi vond, zo stelt hij. “De combinatie om enerzijds als bedrijfsleider te werken en je vooral met technische en financiële zaken bezig te houden en anderzijds als diender te werken, was een mooie uitdaging en goed combineerbaar.”

Veel van dezelfde bevoegdheden, maar heel andere arbeidsvoorwaarden

Als politievrijwilliger had Johan veel van dezelfde bevoegdheden als een beroepskracht. Hij is opgeleid tot hoofdagent en was vuurwapen dragend. Alleen zijn arbeidsvoorwaarden waren anders. Heel anders. “Het kwam regelmatig voor dat ik in het weekend nachtdiensten moest draaien na mijn werk. Dan kwam ik om 5 uur middags thuis van mijn gewone werk en ging ik om 10 uur avonds de nacht in. Op zondag was ik dan uit mijn ritme. En op de maandagochtend dan weer gewoon naar mijn reguliere baan. En het bijzondere is ook dat beroepskrachten tot aan hun AOW gerechtigde leeftijd in dienst zijn, terwijl de vrijwillige politieman of -vrouw door mag mits hun fysieke en geestelijke conditie dit toelaat. Zelf ben ik 68 jaar en ik mocht gewoon door blijven werken omdat ik nog goed functioneerde en op alle disciplines voldoende scoorde.” Toch had hij het er voor over. “Ik haalde voldoening uit mijn bijdrage om de samenleving de samenleving te laten zijn zoals we die in Nederland hebben ingericht. Om slachtoffers van huiselijk geweld te helpen. Om mensen die ontspoord waren weer op een bepaalde manier terug te brengen in de realiteit. Of om er voor te zorgen dat zij een tijdje van de straat zijn. De angel eruit halen zeg maar. Maar ook om mensen in moeilijke situaties bij te staan als bij ongevallen of geweldsmisdrijven.”

Met plezier, maar ook moeilijke momenten

Zijn werk deed hij dan ook met plezier, zo stelt hij. Maar er waren ook moeilijke momenten. “Daar word je wel in getraind, maar je bent natuurlijk ook gewoon mens. Als politie ben je vaak als eerste bij ongelukken. Bij reanimaties. Als mensen verdronken zijn. Of je moet een slechte boodschap brengen aan een naaste. Dat zijn niet bepaald de leukste zaken. Zeker niet als je net als ik in het gebied werkt waar je ook woont.” Gelukkig is er wel altijd veel opvang na dit soort ervaringen stelt hij. En wordt er onderling ook veel over gesproken om het samen op die manier te verwerken.

Bijzondere momenten waren volgens hem ook de diensten in Den Haag tijdens Prinsjesdag en Veteranendag. Daarnaast kent het team ook het watertoezicht op de binnenwateren en het IJsselmeer. Als gecertificeerde schipper op de kleinere politievaartuigen is zijn inzet erg breed geweest.

Boze en gefrustreerde mensen en korte lontjes
Boze en gefrustreerde mensen die elke agent zo nu en dan tegenkomt in zijn werk , is een gegeven zo zegt hij. “Soms is het lontje bij mensen wel heel erg kort. Mensen bezigen dan soms een taal waar ik in ieder geval niet vrolijk van werd.” Ook de agressie waarmee de politie regelmatig wordt geconfronteerd is volgens hem een gegeven. Maar zeker niet acceptabel. “Maar dat er mensen, zoals tijdens onlusten die zijn ontstaan als gevolg van de genomen Corona maatregelen, ook gaan vernielen en gaan plunderen, omdat ze het er niet mee eens zijn: dat gaat er bij mij niet in. En dan is het in al die gevallen aan ons als politie om deze acties te doen stoppen.”

Niet wachten tot het niet meer gaat
Johan Mulder heeft zelf besloten om te stoppen met zijn vrijwillige politiewerkzaamheden. Omdat hij niet het moment wil afwachten dat het niet meer gaat of hij niet meer aan de eisen kan voldoen. Omdat hij niet wil dat de maatschappij vindt dat daar een oude man staat die de wet moet handhaven. Maar ook het gegeven dat het punt van verzadiging is bereikt. En hij vindt dat hij kan terugkijken op een goede periode. “Ik ben van nature een grote realist. Ik heb mijn best gedaan en heel veel inzet getoond.“

En ook de saamhorigheid is het korps is groot. Die saamhorigheid  kwam vrijdagmiddag ook tot uiting toen heel veel collega’s naar Lemmer kwamen om hun waardering voor Mulder te tonen. “Enorm waardevol,” zegt hij daarover. “De toespraken erna waren ook enorm hartverwarmend. Het krijgen van waardering en respect geeft een enorm fijn gevoel.” Die actie kwam overigens volledig onverwacht. Hij was in huis en hoorde toen opeens een politieauto met toeters en bellen. En zag vervolgens 2 motoragenten. “Toen wist ik wel dat het om mij ging. Ik heb mij ternauwernood nog kunnen verkleden en moest onder morele dwang mee. En daarvan was ik best wel een beetje onder de indruk, dat geef ik toe. Het gaf eigenlijk een idioot goed gevoel.”

De afronding van zijn politieloopbaan is nu in zicht. `Het inleveren van het uniform, wapens en de politielegitimatie zijn onomkeerbaar. Zo’n afscheid heeft sowieso een emotionele kant. Maar je weet dat je een groot deel van je leven veel hebt kunnen betekenen voor de politie en de samenleving.“