Passie – Raymond kweekt een mierenvolk

Passie – Raymond kweekt een mierenvolk

LEMMER – Raymond Nijenhuis uit Lemmer is altijd al geïnteresseerd geweest in alles wat met natuur te maken heeft. Hij kijkt vaak documentaires over dieren en de natuur. Per toeval stuitte hij op een filmpje van hoe je een mierenvolk kweekt op www.antscanada.com/
`Dat vond ik heel interessant. Op de site wordt in het Engels heel goed uitgelegd hoe je een mierenvolk kunt kweken en ik besloot dat zelf ook te doen. `
Inmiddels staat in de woonkamer van het gezin een bak waarin zich de eerste gezinsleden van de mierenfamilie al hebben gevormd. Raymond moest daarvoor eerst een koningin vangen. Gewoon buiten.
`Als mieren gaan vliegen, zitten ze zo´n 4 uur later op de grond. Hun vleugels zijn dan vaak afgebroken en dat betekent dat de koningin is bevrucht.` Want om die koningin, die groter is dan de andere mieren, gaat het, weet Raymond. Zij wordt in de lucht bevrucht door een groot aantal mannetjes, die dan vervolgens het leven laten. Met de bevruchte eitjes, die zij in een speciaal orgaan bewaart, zorgt ze 10 tot 15 jaar voor nageslacht. Gewoon door die ene keer dat ze door vele mannen is bevrucht.

`Toen ik eenmaal een koningin had gevangen, moest ze in een reageerbuisje. Met wat water erin en aan de beide uiteinden watten. Op die manier leeft ze in een soort beschermde kamer. Daar krijgt ze dan haar eten en kan ze dan als het ware bevallen. ` Om een hele familie te kunnen kweken is vervolgens een soort kraamkamer nodig. In het geval van Raymond een bak met allerlei compartimenten. Hij schafte eerst een kleintje aan, want het kweken van het mierenvolk was nog wel een experiment. `Die eerste weken was het vrij spannend. Een koningin legt eerst een eitje, daaruit ontstaat een larve, dan is er een cocon, dan komt daar een witte mier uit en dan pas een zwarte mier. Een heel proces dus. Toen de koningin voor het eerst was ´bevallen`, was de volgende vraag of het nageslacht het zou overleven. Ik zag het voedsel dat ik naar binnen gooide namelijk niet verdwijnen. Totdat ik zag dat er toch een heel pissebed naar binnen werd getrokken . Toen wist ik dat het goed zat.` Dat voedsel bestond voornamelijk uit insecten als pissebedden die Raymond uit de tuin haalt. Dode pissebedden wel te verstaan, want levende durft hij de kwetsbare jonkies nog niet te geven. Verder krijgen de kleine mieren suikerwater. Normaal gesproken voedden mieren zich in de natuur met het vocht dat luizen afscheiden als ze bezit nemen van planten. Dat is in een kunstmatige omgeving alleen na te bootsen met het geven van suikerwater.

Raymond die zijn koningin vorig jaar ving en nu een jaar later nageslacht ziet lopen, zit nu te wachten op het moment dat er 1000 dieren in de bak rondkrioelen. Een koningin kan in haar leven in de meeste ideale omstandigheden voor wel 40.000 nakomelingen zorgen, zo weet hij. ´Als het volk zich gaat uitbreiden, moet ik ook de leefomstandigheden natuurlijk veranderen. Dan moet het volk in ieder geval in een grotere behuizing.`

Het leuke aan deze bijzondere hobby vindt Raymond vooral om te observeren wat de mieren allemaal doen. Als het volk wat groter is, gaat hij de mieren levend voedsel geven. `Dan kun je zien hoe hun jachtinstinct is. Dat is heel interessant. Maar nu kan ik ook al zien hoe schoon mieren eigenlijk zijn. Zo hebben ze een aparte hoek voor hun afval en ook een aparte hoek waar ze hun doden begraven.` Van al die zaken maakt hij ook foto´s voor zijn Instagram account, zodat hij anderen ook kan laten delen in zijn kennis en de ontwikkeling van ´zijn´ volk.