DFM – Overal in de gemeente De Fryske Marren luidden zondagavond 2 februari 2025 de klokken om te herinneren aan de watersnoodramp van 1825 waarbij in Nederland 379 mensen het leven lieten. In de gemeente Lemsterland braken toentertijd dijken door en kwam bijna de hele zuidelijke helft van de provincie en de veengebieden onder water te staan. Om die reden werden vanavond op veel verschillende plekken de klokken geluid. Nu niet om te waarschuwen zoals dat toen het geval was, maar nu om de slachtoffers te gedenken. De klokken weerklonken vanaf 20.0 uur 18 minuten en 25 seconden. Daarmee gaven ze het jaar aan waarin de ramp plaatsvond.
Kerk Lemmer, klokkenstoelen Follega en Eesterga
In Lemmer weerklonk de klok in de Lemster toer. Verder werd bij Follega door Marten Hofstee de klokkenstoel in werking gezet. Het was voor hem de eerste keer dat hij dit deed. In Eesterga namen Jaap en Jelmer van der Spek en René Mulder de werkzaamheden ter herinnering aan de ramp voor hun rekening.
Stormvloed van 1825
De Stormvloed van 1825 was een stormvloed die plaatsvond tussen 3 en 5 februari 1825 en grote schade veroorzaakte langs de Nederlandse, Duitse en Deense Waddenkusten en met name de oostelijke kust van de Zuiderzee. Ook Vlaanderen werd getroffen. In totaal vielen ongeveer 800 slachtoffers te betreuren. In de Nederlandse provincies Groningen, Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht en Holland leidde de stormvloed tot ernstige dijkdoorbraken en overstromingen waardoor 379 mensen het leven verloren. Hiervan vielen er 305 in de provincie Overijssel, 25 in de provincie Holland en 17 in de provincie Friesland.
Springvloed
Toen de storm voorbij kwam, was het volle maan en dus hadden de zeedijken te maken met springvloed. Ook had het de weken voorafgaand aan de stormvloed extreem veel geregend. Sommige dijken waren in november ook al geteisterd en verzwakt en konden het water daardoor niet meer tegenhouden.
Doorbraken en overstromingen
In Friesland waren verschillende dijkdoorbraken in Lemsterland en bij Schoterzijl, waarna bijna de hele zuidelijke helft van de provincie en de veengebieden onder water kwamen te staan.