Klaas Vlig bijna met pensioen en dat is te zien

LEMMER – Met al zijn opgespaarde vakantie- en snipperdagen en alle zaterdagen waarop hij gewerkt heeft, kan Klaas Vlig donderdag met pensioen. Dinsdag is hij nog in Lemmer te vinden, op woensdag werkt hij in Joure. Officieel is zijn pensionering op 4 september, maar met al die dagen heeft hij dus woensdag zijn laatste werkdag. Hij heeft er dan in totaal 43 jaren bij de gemeente en 2 jaren in dienstplicht op zitten, wat neerkomt op 45 dienstjaren. Maandag en dinsdag werkt(e) hij in Lemmer en dus vonden zijn collega’s het een mooi idee om Klaas te verrassen en heel Lemmer dat ook te laten zien.

Niemand te zien en auto weg

“Ik kwam op het werk en zag helemaal niemand. Ik dacht al waar is toch iedereen. Ook mijn auto was weg. Ik zoeken. En opeens sprongen ze tevoorschijn. En de hele wagen was versierd, dat is was echt heel leuk.” Het betekent ook dat Klaas nu 3 dagen lang met een versierde auto rijdt waarop duidelijk te zien is dat hij met pensioen gaat. Velen toeteren naar hem, steken hun hand op of feliciteren hem. “Maar er zijn er ook die het niet zien.”

Mocht niet een maand eerder weg

Klaas begon op 1 januari 1980 bij de gemeente Lemsterland. Hij kon er al eerder aan de slag, maar toen wilde de militaire dienst hem niet laten gaan. “Ik had al in 1978 gesolliciteerd. Maar toen zat ik nog in dienst en wilden ze me niet laten gaan. De baan startte op 1 juli, mijn diensttijd was 31 augustus afgelopen. Maar die maand kreeg ik niet. De gemeente beloofde mee toen dat ze me later ook nog wilden aannemen.

Kinderen herkenden me niet meer

In 1980 was ik inmiddels vrachtwagenchauffeur. En altijd weg. Vroeg weg, laat weer thuis en ook weekenden nog. Toen ik merkte dat mijn toen hele jonge kinderen me nog nauwelijks herkenden omdat ik altijd weg was, vond ik dat heel erg. De gemeente hield woord en ik kon op 1 januari 1980 beginnen.

Vuilnisman achter de auto

Klaas werkte 7 jaar lang als vuilnisman achter de auto. “Als ik dan nu zie wat ze doen is dat een makkie. Maar toen haalden we alles op. En dat stond gewoon los bij de weg. Van koelkasten tot diepvriezen en bankstellen, alles zetten ze aan de weg.”

Kraanwagen

Vervolgens werkte hij een kleine 30 jaar op een kraanwagen met kraan. Alle voorkomende werkzaamheden verrichtte hij daarmee. Van de takkenroute, tot de grofvuilroute tot het aanvullen van de bermen en het weghalen van rotzooi dat uit de sloten was gehaald. Ook voorzag hij straten van zand en werkte hij samen met bedrijven als Leijnse die klinkers en zand nodig hadden voor het bestraten.

Groot gebied

Klaas werkte eerst natuurlijk voor de gemeente Lemsterland, maar dat veranderde later in de gemeente De Fryske Marren. Van een klein werkgebied kwam hij in een gigantisch gebied terecht dat loopt van Schoterzijl tot Bakhuizen. “Ik kwam in het begin op plekken waar ik nog nooit geweest was.” Ook veranderde de ploeg mensen waar hij altijd had samengewerkt. Daar moest iedereen zijn draai volgens hem wel weer in vinden. Met zowel zijn oude als nieuwe collega’s kan Klaas het goed vinden en de samenwerking met die mensen vond hij eigenlijk ook wel het mooiste van het werk.

40 jaar zoutstrooien

Naast het werk achter de vuilniswagen en de kraanwagen zat hij ook nog eens 40 jaar in de strooiierij. Van 1980 tot 2020 moest hij bij nacht en ontij als eerste de weg op om ervoor te zorgen dat mensen geen ongelukken kregen door gladheid. In het begin vond hij dat geen probleem. “It hie ik wol wot.” Maar toen hij ouder werd, merkte hij toch wel dat hij daar tegenop ging zien. De lange werkdagen in combinatie met het feit dat je ook niet wist of je zelf niet van de weggleed, gingen hem parten spelen. “Drokke en lange dagen wienen dot yn in goeiie winter.“ Daarom vond hij dat na een afgeronde periode van 40 jaar welletjes.

Storingsdienst

En ten was er ook nog dat andere jubileum: 25 jaar in de storingsdienst. Kapotte pompen, gaten in de weg, het opruimen van dode beesten, het opruimen van rotzooi na auto ongelukken: het hoorde er allemaal bij.

Niet vervelen

Op 4 november wordt Klaas 67 jaar. Hij overwoog eerst nog wel even om nog wat dagen in de week te blijven werken. Maar zag daar toch vanaf. “Je wordt toch ouder en je merkt ook dat alles zwaarder wordt.” Vervelen gaat hij zich absoluut niet. Oppassen op de kleinkinderen, zijn duiven natuurlijk en hij mag graag lopen en fietsen. Daarnaast wil hij bij het bejaardencentrum zijn diensten aan gaan bieden bij het rondbrengen van eten met de auto. “Nee, ik sol mei net ferfele. De must toch yn kear ophore. De drukste tiid fan it hjir komt deran. Lit de jongeren it no mar dwaan.”