Arno Brok bij herdenking Joodse begraafplaats: “Tolereer Jodenhaat niet”

Het kaddisj wordt uitgesproken.

TACOZIJL – Zaterdag 4 mei 2024 vond er bij de Joodse Begraafplaats Tacozijl een herdenking plaats. In verband met de sabbat (de rustdag van de Joden) was de ceremonie dit jaar niet op de begraafplaats maar op het nabij gelegen weiland. Zo’n 70 mensen waren naar de ceremonie gekomen waaronder Commissaris van de Koning Arno Brok. Ook de honorair consul van Israël voor de drie noordelijke provincies, Arjen Lont en zijn vrouw waren bij de bijeenkomst. Maar ook gedeputeerden en statenleden van de Provincie woonden de bijzondere herdenking bij.

Antisemitisme

Dat er zoveel mensen waren gekomen had vooral te maken met de tijdsgeest en de gebeurtenissen van dit moment. De woorden antisemitisme en discriminatie werden dan ook veelvuldig gebruikt in de speeches. Brok riep vooral op om stelling te nemen en deze Jodenhaat niet te tolereren. “In Friesland, in onze harten en in onze huizen is geen plek voor antisemitisme. De kern van een democratie bestaat er juist uit dat minderheden beschermd worden. Dus moeten we als gemeenschap om hen heen gaan staan.” Ook vond hij dat het ieders verantwoordelijkheid is om mensen aan te spreken op hun gedrag als dat getuigt van antisemitisme of discriminatie.

Voor mensen van onze generatie is vrijheid zo vanzelfsprekend

Peter van der Sluis sprak namens de stichting Joodse Begraafplaats de aanwezigen eerst toe. “Wij leven in vrijheid. Voor mensen van onze generatie is dat zo vanzelfsprekend. Maar het is niet zo vanzelfsprekend,” hield hij de aanwezigen voor. Op de gedenksteen met glasplaat voor de in Auschwitz omgekomen Sarah en Jozeph Blok en Jantje Jacobs dat op de begraafplaats zelf staan woorden met een gelijke strekking zo liet hij weten. Daarop de tekst ‘Juster barde it by ús, moarn is ‘t wer earne oars.’

Ooit een levendige Joodse gemeenschap in Lemmer

Commissaris van de Koning Arno Brok vertelde dat Lemmer ooit een hele levendige Joodse gemeenschap had die in de 18e eeuw ontstond toen Lemmer een doorvoerhaven was voor handel tussen Groningen en Friesland en het westen en vooral Amsterdam. Brok vertelde verder:”Vooral Joodse kooplieden settelden zich in Lemmer en in de 19e eeuw telde de Joodse gemeenschap op een gegeven moment 70 personen en een synagoge. Begin van de twintigste eeuw werd de Joodse gemeenschap in Lemmer kleiner als gevolg van de economische crisis toen veel mensen van het platteland naar de steden trokken. Ook de synagoge sloot toen haar deuren.”

Sarah en Jozeph Blok en Jantje Jacobs

Aan het begin van de oorlog woonden er nog maar 3 Joden in wat toen nog de gemeente Lemsterland heette. Sarah en Jozeph Blok, broer en zuster wilden niet onderduiken, omdat ze dachten dat alleen rijke Joden werden opgepakt. Maar op 12 november 1942 werden ze alsnog opgepakt en een week later omgebracht in Auschwitz. Ook Jantje Jacobs uit Echtenerbrug werd gedeporteerd en om het leven gebracht. Ter herinnering aan hen is er dus een monument opgericht op de begraafplaats.”

Slechts 150 van de 800 Joodse inwoners van Friesland overleefden de oorlog

De Joodse gemeenschap in Friesland telde aan het begin van de oorlog ruim 800 mensen. Van hen overleefden maar 150 de oorlog. Van de 140.000 Joden in Nederland werden 107.000 gedeporteerd. Maar 5200 kwamen terug. Ook allerlei andere groepen werden vervolgd, gedeporteerd en vermoord, zo schetste Brok de verschrikkingen.

Toenemende intolerantie, discriminatie en antisemitisme

De commissaris van de koning vertelde verder dat hij een paar maanden geleden besloot dat hij de plechtigheid bij Tacozijl wilde bijwonen. Aanleiding was voor hem de toenemende intolerantie, discriminatie en antisemitisme in onze maatschappij. Hij vertelde ook dat uit een rapport van binnenlandse zaken alarmerende cijfers naar boven zijn gekomen over de toenemende discriminatie en antisemitisme. Zo ging het aantal meldingen van 549 naar 880, een toename van 60 procent. De Nationaal coördinator Antisemitismebestrijding Eddo Verdoner omschrijft de situatie dan ook als buitengewoon zorgelijk.

Stelling nemen en de ogen niet langer sluiten

“We libje yn in tiid dêr’t we stelling nimme moatte,”stelde Brok. De fracties van de Provinciale Staten van Fryslân hebben kortgeleden unaniem een verklaring aangenomen waarin ze krachtig afstand nemen van de toenemende Jodenhaat op straat en online. “Yn Fryslân, yn ús huzen en yn ús herten is gjin plak foar antisemitisme. De kearn fan in demokrasy bestiet just út it beskermjen fan minderheden. Ek de boargemasters fan Nederlân nomen yn in mienskiplike ferklearring stelling.”
Brok zei dat we niet langer de ogen kunnen sluiten voor deze zaken. De andere kant opkijken maakt niet dat het probleem verdwijnt. En als gemeenschap moeten we in de spiegel kijken. “En it begjint by úsels, as individu, by jo en by my. Meielkoar meitsje wy de mienskip.“

Hoe is dit toch mogelijk geweest?

Ook vertelde hij dat zij zich elke 4 mei weer afvraagt hoe het toch mogelijk is geweest dat onder de ogen van de maatschappij hele bevolkingsgroepen verdwenen, gedeporteerd en omgebracht zijn. “We moeten om de mensen heen gaan staan die het slachtoffer worden van racistisch en fascistische tendensen en mensen aanspreken op hun gedrag. Thuis, op het werk en op scholen. We moeten opstaan voor ons democratische rechtsstaat en waarden en zijn samen verantwoordelijk voor het vitaal en gezond houden van de gemeenschap. Met vrijheid komt verantwoordelijkheid. Laat de littekens van 5 jaar bezetting niet opnieuw opengaan. “

Antisemitisme door de eeuwen heen

Ook burgemeester Fred Veenstra sprak over het antisemitisme dat door de eeuwen heen wordt doorgegeven van generatie op generatie. Maar dat we dat niet mogen toestaan. Hij gaf ook te kennen dat de herdenking dit jaar anders is dan andere jaren. Door de situatie in Oekraïne, maar ook door de geweldsexplosie in het Midden-Oosten. “De gevolgen daarvan merken we ook hier. Maar ook hoe bijzonder vrijheid dus is.”

Ontroerend Kaddisj

Leerlingen van de IKC Dalton lazen vervolgens gedichten voor. Heel indrukwekkend was het Kaddisj dat vervolgens werd gereciteerd. Hoewel vaak wordt gedacht dat dit het gebed voor de doden is, is het een gebed dat God prijst en dat bij elke herdenking wordt uitgesproken, aldus een zichtbaar emotionele Georg Deuling die dit gebed uitsprak en dat al jaren doet in Lemmer.

Voortdurend sprak hij daarbij de woorden: “Denken wij aan hen”, “Vergeten wij ze nooit” en “Ze mogen nooit vergeten,”. In een gesprekje met hem liet hij weten dat het voor Joodse mensen in Nederland steeds grimmiger wordt. Dat ze worden aangevallen, belaagd en dat Jodenhaat groter dan ooit is.  “Ik kom net uit Krakau en daar kan ik gewoon met mijn keppeltje op lopen. Daar wordt Jodenhaat niet geduld.” Ook hield hij op dat moment zijn hart vast voor hoe de herdenking die avond in Westerbork zou gaan verlopen. Inmiddels weten we dat ook die herdenking gelukkig rustig is verlopen.